|
In
Duitsland begon de jodenvervolging met de benoeming van Adolf Hitler tot rijkskanselier op
30 januari 1933 en met de daarmee gepaard gaande overname van bijna alle openbare functies
door functionarissen van de Nationaal-Socialistische Arbeiderspartij (NSDAP). |
In
Bocholt was het al op 5 maart 1933 tot een boycot van het warenhuis Wekape gekomen. Op 29
maart 1933 werden winkels en huizen vernield. David Triebwasser en twee van zijn zoons
werden gevangen genomen ("Schutzhaft"). |
|
In het bijzonder na
de Reichspogromnacht (de zgn. Reichskristallnacht) van 9 op 10 november 1938 vluchtten
veel Joden uit het West-Münsterland en kwamen naar Aalten, Dinxperlo of Winterswijk. Op 1
januari 1939 woonden in Bocholt, Rhede, Anholt en Werth nog 47 joden. Het overgrote deel
van de voor 1940 naar Nederland uitgeweken Joden uit het West-Münsterland werden door de
SS en de Gestapo gearresteerd en naar concentratie- en vernietigingskampen o.a. in Polen
gedeporteerd, waar zij werden vermoord. |
Op 1
september 1941 werden de Joden bij politieverordening verplicht op de linkerborst een gele
ster met het opschrift "Jude" te dragen. |
Op 30
oktober 1941 droeg de "Staatspolizeileitstelle Münster" de plaatselijke
politie-autoriteiten in het Münsterland op een lijst van de in hun gebied woonachtige
Joden op te stellen. Bij brief van 18 november 1941 werd aangekondigd, dat op 10 december
1941 een eerste deportatietrein uit Münster naar het concentratiekamp Riga-Getto zou
vertrekken. Hiermee werden verreweg de meeste Joden - ongeveer 60 - uit het
West-Münsterland naar het concentratiekamp gebracht. Terwijl de ouderen direct na
aankomst in Riga werden doodgeschoten, begon voor voornamelijk de jongeren een odyssee
door vele concentratiekampen in het oosten. Verdere transporten, waarmee Joden uit het
West-Münsterland werden gedeporteerd, gingen op 27 januari 1942 via Dortmund naar Riga,
op 31 maart 1942 van Münster naar Minsk en op 27 juli 1942 van Münster naar
Theresienstadt. |
Volgens
ook nu nog altijd niet definitieve gegevens werden in totaal 107 Joden uit het
West-Münsterland gedeporteerd. Slechts van twee vrouwen en een man is met zekerheid
bekend, dat zij de deportatie overleefden. Een man keerde terug uit een kamp in Nederland,
een andere uit een concentratiekamp in Duitsland. Er zijn aanwijzingen dat in een
schuilplaats in Bocholt enkele Joden konden overleven. |
|